Het ontstaan en waarom van de vanGasLos campagne. Heeft Arjen Lubach gelijk? Een persoonlijk antwoord van de initiator van de VanGasLos Campagne (long read voor geïnteresseerden)
De energietransitie begon natuurlijk al in 1970 maar laten we voor dit verhaal in 2016 beginnen. Het was op dat moment breed gedeelde kennis onder energie-experts dat als Nederland de klimaatdoelstelling zoals afgesproken in Parijs voor 2050 wil halen, het aardgasgebruik in gebouwen (kantoren, kassen en woningen) moet worden uitgebannen. Vele wetenschappelijke studies en adviezen waaronder die van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur waren daar vrij duidelijk over. Het “halen van Parijs” vraagt om een CO2 reductie van ongeveer 95% en ons aardgasgebruik loopt op tot wel 18%. (advies_rijk_zonder_co2_interactief_voor_website_1.pdf (rli.nl)
Daarnaast is er een aantal sectoren waar uitbanning van fossiele brandstoffen moeilijker is dan in gebouwen. Denk daarbij aan de sectoren zware transport en industrie, waar minder alternatieven beschikbaar zijn. Hoe je het ook went of keert, voor verwarmen, koken en douchen zal in 2050 geen aardgas meer mogen worden gebruikt. Dit geldt overigens voor heel Europa en wordt ook onderschreven door de Europese Commissie.
Maar aardgas is toch schoon?
Natuurlijk gingen er ook stemmen op om niet te tornen aan het “schone aardgas”. In Nederland zijn we bekend met de schade in Groningen door aardbevingen. Dit heeft geresulteerd in het mijn inziens terecht afbouwen van deze winning. Maar dit heeft ook geleid tot een ontbrekend draagvlak om op andere plekken aardgas te winnen uit eigen bodem. Terwijl in Nederland nog best aardig wat aardgas is te winnen uit de zogenaamde kleine velden (Locaties kleine velden | NAM), zijn gemeenten en bewoners daar faliekant tegen en zal het uit Groningen te vervangen aardgas van buiten Europa worden gehaald.
Hoe staat het dan met het aardgas wat we buiten Europa halen? Uit onderzoek blijkt dat in deze keten van aardgaswinning, transport, conversie en opslag veel meer methaan (veel sterker dan CO2) vrij komt dan werd aangenomen. Buitenlands aardgas heeft een tot 30% hogere CO2 uitstoot dan Nederlands aardgas. (Red de Nederlandse gasproductie voor het klimaat — NRC )
Daarbij wordt in dit transport gebruik gemaakt van zeer vervuilende LNG schepen of vindt het plaats via duizenden kilometers (lekkende) pijpleidingen. Om deze pijpleidingen aan te leggen moeten wegen worden gelegd door de meest fantastische natuurgebieden en oerbossen. Zoals je begrijpt blijft er hierna weinig van over. Zoals je schrikt als je je in grootschalige houtkap in de Amazone en Oost-Europa verdiept, zo schrok in toen ik kennis opdeed van de winning en het transport van aardgas in die zelfde gebieden.
Wanneer zullen we het de burgers vertellen?
De milieuschade was echter niet de reden van de start van de VanGasLos campagne. Ons angstbeeld als experts was dat iedereen in de sector wist dat aardgas voor 2050 uit de gebouwde omgeving zou worden gehaald, maar dat uit angst voor boze burgers dat tot het allerlaatste moment zou worden stilgehouden. Zodat, als het uiteindelijk wel moest worden verteld er helemaal geen tijd voor een normaal tijdspad meer zou zijn. Met 34 jaar voor de boeg kan je een stuk beter aansluiten bij logische momenten, zoals een verbouwing, en heb je tijd om reeds aangekochte apparaten zoals ketels en gasfornuizen af te schrijven. Als je op tijd begint kan je in de eerste 10 jaar leren hoe je de grootste transitie van deze eeuw opstart en uitvoert. Je hebt tijd voor kinderziektes, voor weerstand, voor nieuwe inzichten. Je hebt ruimte om te leren van pilots en experimenten. Niet alles hoeft tegelijk en je kan meerdere wegen inslaan. In het verhaal van de VanGasLos campagne is altijd ruimte geweest voor collectieve lage en hoge temperatuur-warmtenetten, warmtepompen, hybride systemen, groen gas, waterstof en isolatie, heel veel isolatie.
“je denkt toch niet dat ik de Nederlandse huisvrouwen ga vertellen dat ze niet meer op gas mogen koken”
Bij sommige politici en bestuurders bestond echter electorale angst voor de boodschap dat gebouwen en huizen moesten worden aangepast om van het aardgas af te gaan. Iedereen besefte dat dit een kostbare en lastige nationale verbouwing zou worden. Men wilde uitstellen, omdat men eerst wilde zoeken naar een manier om het leuk en kosteloos te doen. Dit ontlokte mij regelmatig de uitspraak dat veel ambtenaren in lalaland leefden waar problemen magisch zouden verdwijnen als je gewoon lang genoeg wachtte. Toenmalig minister Stef Blok, verantwoordelijk voor de energietransitie in de gebouwde omgeving, hield lange tijd zijn collega Minister Kamp tegen om duidelijk te communiceren over deze onvermijdelijke route. Dit leidde tot de fameuze bestuurlijke warmtetafel waarin Blok uitriep: “je denkt toch niet dat ik de Nederlandse huisvrouwen ga vertellen dat ze niet meer op gas mogen koken?”
In een reactie aan het ministerie van Binnenlandse zaken liet ik (mijn vriend kookt) eind 2016 weten dat tientallen bedrijven en milieuorganisaties een grootschalige VanGasLos campagne gingen starten om de burger wel te vertellen over de plannen om van het aardgas af te gaan. Niet nu meteen, niet volgend jaar, maar ergens tussen nu en 2050.
Van Start met VanGasLos in de gebouwde omgeving
De meeste aandacht was in het begin gericht op nieuwbouw omdat die nog massaal werd uitgerust op aardgas. Daarnaast was er aandacht voor wijken waarin de gasleidingen werden vervangen met nieuwe gasleidingen. Nieuwe gasleidingen aanleggen is een investering voor de volgende 50 jaar. Als je weet dat je binnen 34 jaar van het aardgas af gaat, moet je daar over nadenken. Investeringen in netten die niet worden terugverdiend betalen we in Nederland met zijn allen via de tarieven.
Gemeenten en netbeheerders wilde tools om te weten in welke wijken een nieuw gasnet zonde zou zijn en waar de investering wel degelijk zou worden terugverdiend. Ook bewoners hadden dit soort vragen bij het kopen van een nieuwe HR ketel of duur gasfornuis. Om hier een goed antwoord op te kunnen geven, was er veel aandacht voor onderzoek naar een mogelijke warmte transitie aanpak en alternatieven voor aardgas. De enige manier om het op dat moment goed in kaart te brengen was via het identificeren van verschillende kenmerken per wijk. Denk hierbij aan hoogbouw, laagbouw, oud, nieuw, corporatie bezit of eigen woningen, dicht bij een warmtebron of aan de buurt voor het vervangen van het riool of het gasnet. Deze manier van werken leidde tot een wijkaanpak en is verankerd in de transitievisie warmte die gemeenten binnenkort moeten presenteren. In principe is de wijkaanpak vooral noodzakelijk voor planning voor netbeheerders, corporaties en collectieve oplossingen.
Gaat de energietransitie (te) snel?
Ik denk dat het interessant is even terug te gaan naar 2016. Vandaag de dag horen we vaak dat het te snel gaat, maar hoe anders was de beleving toen. De energietransitie schoot niet op. Velen energie-experts, waaronder ik, stonden avond aan avond bij vele lokale initiatieven, politieke partijen en bedrijven uit te leggen waarom het zo langzaam ging. Veelal was de consensus dat dat lag aan de politiek. En hoewel bestuurlijk Nederland en de politiek daar zeker een aandeel in hadden, legde ik ook vaak de bal terug. “Vergis je niet”, zei ik dan “de politiek is bang, dat als ze de keuzes maken, die echt nodig zijn, jullie massaal in verzet komen”. Ongelovig keken de aanwezigen me dan aan. “Ik hoop dat jullie ook achter die politici staan als het lastig wordt. Want een bestuurder weet dat niks doen loont. Sterker nog dat hij woedende menigtes op het stadhuis kan verwachten als hij met plannen komt. Want we zijn tegen windmolens, tegen zonneweides, tegen biomassa, tegen restwarmte, tegen gedwongen isolatie en besparing. We zijn straks ook tegen aardgasloos. We zijn eigenlijk altijd eerst tegen.”
Groene ambities zijn altijd tot de maan en terug.
De VanGasLos campagne werd sneller dan ik had verwacht een enorme beweging. Het gaf bestuurders die meters wilde maken handvatten en was concreet. Opeens was het een van de belangrijkste pijlers van het klimaatakkoord. Politici buitelden over elkaar heen met torenhoge ambities. Ambities die horen bij het politieke spel om beweging te creëren en investeringszekerheid te geven. Zo zouden we ooit in 2020 20% duurzame energie hebben (bij lange na niet gehaald) en de armoede uit de wereld hebben verbannen.
Het probleem van deze ambities is dat ze niet ondersteund worden door de daarvoor benodigde keuzes. In de afgelopen jaren ben ik vaak verweten dat ik te kritisch was en een te pessimistisch verhaal vertelde. De energietransitie moest leuk zijn, het mocht niets kosten, moeilijke keuzes werden uit de weg gegaan en snelheid was super belangrijk. Die teneur zien we vandaag de dag nog steeds in de politiek. Honderden gedegen en goede wetenschappelijke studies en adviesrapporten ten spijt, bevinden we ons nog steeds in lalaland waar alles magisch wordt opgelost. De snelheid die bewoners en journalisten voelen door de hoge ambities en uitspraken in de media vertaalt zich ook nu nog steeds niet in daadwerkelijke voortgang.
Ik hou van mij, dus alsjeblieft gemeente, hier heb je mijn probleem (vrij naar Harrie Jekkers “ik hou van mij”)
Door het Rijk is de uitdaging van de energietransitie inmiddels neergelegd bij gemeentes. Bij dezelfde gemeentes waar de afgelopen jaren allerlei andere taken zijn neergelegd zonder de benodigde kennis en geld. Wanneer we kijken naar de Regionale energie strategie (RES) gaat dat eigenlijk best goed. In regionale plannen voor duurzame opwekking wordt inzichtelijk gemaakt wat al die klinkende ambities die gemeenten de afgelopen jaren schaamteloos in hun collegeprogramma’s hebben gezet, betekenen in de ruimte. Wat het voor Nederland betekent als je wel of geen wind of zon wilt inzetten. Wat keuzes betekenen voor de infrastructuur. Wat een “nee hier” betekent aan een “ja daar”. De regionale energie strategie dwingt bestuurders ongelooflijk lastige keuzes te maken op basis van bruikbare goed onderbouwde tools. En in dit proces, leren we steeds meer over de vervolgvragen die ontstaan of wat onze blinde vlekken zijn. En zo bouwen we ondertussen verder aan onze kennis.
Is er eigenlijk wel over de energietransitie nagedacht?
Wat gaat er nog meer goed? Kennisinstellingen deden nog veel meer onderzoek waardoor we nu veel beter inzicht hebben in de mogelijkheden om afscheid te nemen van fossiele bronnen en de gevolgen voor het energiesysteem. In 2016 ontbrak nog inzicht in de complexiteit. Een dergelijke systeemverandering heeft effect op alles, op de ruimte, op de infrastructuur en op energiebronnen. Er is nu veel meer kennis beschikbaar bij bestuurders, politici en uitvoerders over de voor- en nadelen van bepaalde keuzes en de ingewikkelde samenhang van keuzes.
Besef over verschil in perspectief en daaruit voortkomende inzichten zijn belangrijk
Vanuit welk perspectief je kijkt naar de transitie is zeer bepalend voor de oplossing die je verkiest. Je kijkt bijvoorbeeld naar de transitie op systeemniveau en in bijzonder een het benodigde duurzame aanbod voor de energievraag in 2040 van de industrie, transport en gebouwen. Of je kijkt vanuit een wijk naar de snelste en goedkoopste manier om gebouwen betaalbaar in co2 uitstoot te verlagen. Het maakt uit of je kijkt als investeerder in de infrastructuur of als bewoner. Zo vind ik dat de trias energetica jarenlang een goed uitgangspunt is geweest voor een rustige aanpassing van gebouwen, maar dat het voor een revolutionaire systeemverandering veel te behoudend is. Natuurlijk is isoleren in ieder scenario van belang. Het lijkt mij echter zeer risicovol om uitgebreid te wachten tot je alles geisoleerd hebt en daarna pas te gaan bedenken of je dan de juiste infrastructuur hebt voor de bronnen die in die restvraag moeten voorzien. Omdat we in de toekomst gebruik maken van andere energiebronnen (wind, zon, geothermie) dan nu (kolen, aardgas, olie), zullen we ook een verschuiving hebben in energiedragers (elektriciteit, waterstof, groen gas, warmte) ten opzichte van nu. Er zullen verschuivingen optreden tussen sectoren. Andere energiedragers betekent andere infrastructuur. Het is misschien verstandiger nu al met het plannen van die infrastructuur te gaan beginnen en het isoleren en besparen gelijktijdig in te zetten.
De meeste mensen vinden wat technisch het beste is nou eenmaal niet zo sexy
Het maakt uit of je naar de transitie kijkt vanuit een puur technische bril of dat je ook andere sociale elementen van belang acht zoals lokaal eigenaarschap. Kennis over draagvlak en gedrag is van belang voor een transitie die zo diep ingrijpt op huishoudens. Een technisch niet zo heel interessante techniek, kan juist heel veel effect hebben op gedrag van mensen. Denk bijvoorbeeld aan de opwekapp bij zonnepanelen waardoor mensen gestimuleerd werden om te besparen. Of dat mensen niet van keuzes maken houden en dus graag aansluiten bij lokale initiatieven rondom zonnepanelen of isolerende maatregelen. Hierdoor is het meeste werk al voor hen gedaan.
Lokale beweging is van belang voor draagvlak en innovatie
De meeste bestuurders en politici onderschrijven het belang van lokale participatie bij de energietransitie. De meeste hebben echter geen idee hoe ze dit moeten organiseren of wat het in de praktijk betekent. Voor veel bewoners is deze energietransitie iets wat is opgelegd en ingewikkeld. De buurten waar bewoners wel willen en samenwerken aan oplossingen vangen veelal bot bij gemeenten of worden door ingewikkelde procedures ontmoedigt. Gelukkig zijn er goede voorbeelden van gemeenten waarin bewoners het voortouw nemen om hun eigen transitie vorm te geven. Het is prachtig om te zien wat er gebeurt als de inzet en energie bij elkaar komt.
Sommige gemeenten verschuilen zich achter steeds meer onderzoek
Bewoners die worden uitgenodigd door een gemeente omdat hun wijk van het gas af moet, komen soms totaal gedesillusioneerd terug van die bijeenkomst. Alsof de gemeente daadwerkelijk geen idee heeft wat ze wil en waar het naar toe gaat. Het proces is veel te vrijblijvend en voor bewoners en andere belanghebbenden is het niet duidelijk wat er van ze wordt verwacht. Andere gemeenten verstoppen zich achter onderzoek na onderzoek om maar niet in gesprek te hoeven met bewoners. Geld wat misschien wel beter had kunnen worden uitgegeven aan ondersteuning van eerste stappen van bewoners. Verwijt ik dit die gemeenten? Nee zeker niet. Gemeenten zijn zwaar overvraagd en dit een complex vraagstuk. En er is niet de juiste ondersteuning vanuit het Rijk om deze hardwerkende ambtenaren te helpen. Daarnaast zijn er vanuit de politiek vaak een heleboel ingewikkelde voorwaarden bijgekomen.
Mijn oplossing is beter dan de jouwe
The greatest enemy of knowledge is not ignorance, it is the illusion of knowledge (Stephen Hawking)
Er is in mijn ogen nog een reden waarom de energietransitie niet opschiet. Energietransitie is oorlog. Niet een full blown oorlog zoals in Syrie, maar een ego oorlog zoals na de verkiezingen in Amerika. Biden versus Trump. Het gaat samen met ingraven in standpunten, verdachtmakingen, onzorgvuldige of onjuiste berichtgeving en groepen die recht tegenover elkaar staan. De duurzame sector en experts zoeken niet samen naar oplossingen, maar bestrijden elkaar alsof de ander de bron van de destructie van de planeet betekent.
Er zijn belangrijke keuzes te maken in de energietransitie. Bijvoorbeeld wie verantwoordelijkheid heeft om de infrastructuur aan te leggen. Of welke bronnen voor opwek op de lange termijn de minste impact hebben op de planeet. Maar ook over betaalbaarheid, over eigenaarschap, over temperaturen, over de beschikbaarheid van biomassa voor groen gas, de beschikbaarheid van duurzame elektriciteit voor waterstof, over import, over opslag van CO2 en energie, over de mate van isolatie, over verbieden versus stimuleren, over snelheid.
Deze keuzes zijn niet eenvoudig te maken. De ingenomen standpunten komen voort uit verschillende perspectieven, belangen, prioriteiten en zelfs verschillende kennisniveaus. Het maakt uit of je zowel de industrie als de gebouwen wilt vergroenen. Het maakt uit of je windmolens lelijke lawaaimakers vindt die het landschap verstieren. Het maakt uit of je geld op de bank hebt voor zonnepanelen of niet weet waar je de nieuwe voetbalschoenen van je zoon vandaan moet halen. Het maakt zelfs uit of je die ochtend ruzie had met je vriendin en met een rotgevoel naar werk bent gereden.
Het is niet erg dat we verschillend kijken naar de materie en daarover discussieren. Sterker nog, als we dat op een goede manier doen, zullen we betere oplossingen bedenken omdat we bereid zijn om te leren. Het is jammer dat het tegengestelde juist gebeurt. Veelvuldig wordt geprobeerd om elkaars intenties en inzichten negatief uit te leggen. Onze mening is niet alleen een mening, het is uiting van onze identiteit. En zo staan we keihard tegenover elkaar. Biomassa tegenover aardgas, biomassa tegenover steenkool, zonnedaken tegenover zonneweides, kernenergie tegenover windmolens, restwarmte tegenover warmtepompen etc etc.
We roepen: “Waarom ziet niemand het?”, “Hoe kunnen ze dat zo doen?” en zoeken nog meer gelijkgestemden op om ons mee te verbazen of zelfs woest mee te worden. We houden ons voor dat wij degene zijn die de natuur en het klimaat redden. En dat voelt fijn. De ruzie met de vriendin is even vergeten, terwijl we onze aanklacht verwoorden in 144 tekens.
Eindelijk is daar dan Arjen Lubach
Bij de verschillende posities in het energiedebat passen ook “helden”. Welbespraakte of belangrijke mensen die jouw mening openlijk verwoorden. Mensen die zich inzetten tegen de “klimaatwaanzin”, “vangasloswaanzin” en “ecocide” van de “klimaatgekkies”. Maar ook mensen uit de groene beweging die elkaar stelselmatig en onverzetbaar aanvallen op elkaars visies. Zo kwam onlangs de energietransitie in de gebouwde omgeving onder vuur. Zondag met Lubach, Maarten van Poelgeest, Ronald Plasterk, Ad van Wijk zijn belangrijke spreekbuizen om de transitie weer helemaal anders te doen. Kernenergie, isoleren, waterstof en groen gas vormen volgens hen de enige juiste weg vooruit. Omdat het lastige keuzes op dit moment uitstelt, snap ik dat prima. De politiek zal dit binnenkort wel omarmen met klinkende ambities voor kernenergie, isoleren en waterstof. Natuurlijk wel zonder de benodigde ondersteuning en beleid. Want zo zullen ze denken, die doelstelling is zover weg. Dat lost zichzelf wel op.
Bij iedere oplossing wordt een eigen probleem gevonden
Ik geef die politici echter mee, dat ze over een paar jaar ook weer vastlopen. Want waar komt die kerncentrale en wie gaat daarin investeren? En als je denkt dat mensen niet staan te springen om hun huis van aardgas af te halen, moet je eens even kijken wat er gebeurt als je langs komt met de mededeling dat ze verplicht moeten isoleren. De afgelopen 50 jaar hebben we heel veel programma’s uitgerold om mensen te stimuleren om te besparen, zoals o.a. de energielabels, energiecoaches, voorlichtingsprogramma’s (in ’70 de eerste kierenjacht met van Kooten en de Bie), en subsidieprogramma’s, maar de resultaten blijven moeizaam. Dat komt door soms ad hoc beleid, maar ook omdat mensen aan zetten tot iets gewoon lastig is. Daarnaast is er natuurlijk ook een gebrek aan de juiste wetgeving. Maar dat is weer een gevolg van het het verzet vanuit de woningcorporaties, de consumentenvertegenwoordigers en de bouwers. Dezelfde partijen overigens die nu ook lobbyen tegen een te snelle transitie van aardgas af.
Wat dan? Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg
We kunnen van route blijven wijzigen om zo lastige keuzes voor ons uit te schuiven. Ik weet zeker dat we dit eindeloos kunnen volhouden, totdat het water letterlijk aan onze voeten staat, of in Bangladesh tot aan de lippen. Een andere optie is om niet aan de overkoepelende ambities te tornen maar onze aandacht te richten op de juiste uitvoering. We kunnen wel blijven praten en onderzoeken, maar we kunnen ook aan de slag gaan. Want in de huidige plannen zit ook een dusdanige hoeveelheid energiebesparing door middel van isolatie, groen gas en waterstof, dat we geen idee hebben hoe we dat nu al moeten realiseren. Wat let je dus om vandaag aan de slag te gaan om een goed isolatie- en besparingsprogramma uit te rollen, meer groen gas en waterstof te produceren, meer hybride ketels op te hangen?
Sommige zullen hopen dat een koerswijziging leidt tot meer geld voor de eigen voorkeur. Of dat ook het geval zal zijn en men daar van kan profiteren is echter onzeker. Terwijl het zeker is dat iedereen last heeft van een overheid zonder consequent beleid.
Sluit je aan bij enthousiasme en ondersteun initiatieven
Mijn idee voor nu?
- Stop met elkaar te bestrijden maar probeer van elkaar te leren en elkaar te inspireren tot betere oplossingen. Ga in gesprek in plaats van in gevecht. Respecteer elkaars intenties en heb aandacht voor de verschillende uitgangspunten.
- Ondersteun gemeenten bij participatie met bewoners. Durf het geld te in pilots en bewoners in plaats van in onderzoeken en adviesbureaus. Willen bewoners van het gas af en zelf een collectief warmtenet opzetten? Willen ze groene daken koppelen aan zonnepanelen en besparing? Willen ze isoleren en groen gas uit de regio gebruiken? Ondersteun ze dan met de juiste kennis en wat budget.
- Ondersteun bedrijven met mooie ideeën om zaken op te pakken en anders te doen.
Is dat een heel nieuwe aanpak? Eigenlijk niet. Of het nou gaat om een wijk in Wageningen waar de bewoners zelf hun eigen warmtenet gaan aanleggen en een hele nieuwe manier van sociaal opdrachtgeverschap ontwikkelen. Of het nu gaat om het dorp Wijnjewoude waar bewoners en bedrijven gezamenlijk bezig zijn om van hun mest groen gas te maken. Al deze bewoners, bestuurders en bedrijven zijn hard bezig om als voorlopers ervaringen en kennis op te doen. Juist omdat het op dit moment, onder de huidige voorwaarden, nog bijna onmogelijk is om van het aardgas af te gaan, zijn deze zijn deze voorlopers van belang. In hun creativiteit en tomeloze doorzettingsvermogen en in de onverwachte samenwerkingsverbanden zit de key voor onze transitie.
Dus gemeenten, experts, adviesbureaus en iedereen die maar kan. Sluit je aan bij wijken met enthousiaste burgers. Ga met hen de weg op. En geef ze de ruimte om hun eigen transitie vorm te geven. Ik geef je op een briefje dat het vele malen efficiënter en effectiever is om het goede te doen, dan om het in jouw ogen verkeerde aan te vallen.
bronverwijzing:
Red de Nederlandse gasproductie voor het klimaat — NRC
https://staatvan.zuid-holland.nl/wp-content/uploads/20190703_DeltaGrid-2050.pdf